Experts over de personenbelasting: ‘We moeten terug naar het begin. Het huis helemaal strippen’

ANTON VAN ZANTBEEK, KAREL ANTHONISSEN EN BRUNO PEETERS "We moeten terug naar het begin. Het huis helemaal strippen." © KRIS VAN EXEL
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

We brachten drie fiscaal experts om de tafel, met samen negentig jaar relevante ervaring op de teller. We zochten een antwoord op de vraag wat er fout is aan de personenbelasting en hoe we ervoor kunnen zorgen dat mensen die willen betalen. “Er zit een groot deel afgeleide personenbelasting in de vennootschapsbelasting.”

De aan de kant gezette gewestelijk directeur van de Bijzonder Belastinginspectie (BBI), Karel Anthonissen, zocht veertig jaar naar fraudeurs en maakt nu een studie over de bestrijding van fiscale en sociale fraude. Bruno Peeters, professor aan de Universiteit Antwerpen, bestudeert al dertig jaar het Belgische belastingsysteem. Anton van Zantbeek van het advocatenkantoor Rivus is twintig jaar met fiscaliteit bezig en helpt geregeld vermogende families bij de optimalisering van hun belastingen.

‘De huidige progressiviteit van de tarieven gaat enorm snel omhoog’

Door die drie samen te brengen, bekijken we de personenbelasting uit verschillende hoeken. De discussies zijn soms pittig, als de meningen uiteenlopen. Maar de gesprekspartners geven elkaar ook even vaak een denkbeeldige high five wanneer ze het roerend eens blijken.

Bruno Peeters werkte vier jaar geleden in opdracht van de federale overheidsdienst Financiën met enkele collega’s voorstellen uit voor de hervorming van de personenbelasting. Daar is sindsdien nog niet veel van gekomen. De minister van Financiën, Johan Van Overtveldt (N-VA), heeft het wel opnieuw op de agenda gezet. “Hij heeft begrepen dat de taxshift voor de belastingplichtigen nog niet zo’n zichtbare effecten heeft opgeleverd als verwacht”, zegt Peeters. “Hij heeft daarom eind vorig jaar de Hoge Raad van Financiën gevraagd een hervorming voor te bereiden voor de volgende regering.” Het leverde Peeters ook een uitnodiging op om zijn studie van vier jaar geleden toe te lichten voor de Hoge Raad van Financiën.

Wat zijn de krachtlijnen van uw hervormingsvoorstel?

BRUNO PEETERS: “We hebben onderzocht hoe de fiscale druk op arbeid naar beneden kan. Er mocht geen zevende staatshervorming nodig zijn. Anders duurt het misschien tien jaar voor iets verandert. De hervorming moest budgetneutraal zijn. Geen Sinterklaas spelen. Als je die verschuiving binnen het systeem van de personenbelasting wil klaarspelen, moet je naar een verruiming van de belastbare grondslag en naar een herschikking van de tarieven. De huidige progressiviteit van de tarieven is als de skischans van Garmisch-Partenkirchen. Ze is enorm steil.”

‘Het zou niet mogen uitmaken of je een onderneming voert als natuurlijke persoon of als vennootschap’

KAREL ANTHONISSEN: “Het voorstel van professor Peeters is een vereenvoudiging, met een iets hoger belastingvrij minimum en slechts twee belastingtarieven, namelijk 30 en 50 procent. Het is realistisch. Op lange termijn is de combinatie van een laag basisinkomen met één hoog belastingtarief misschien nog denkbaar, maar meer radicale voorstellen uit zowel linkse als rechtse hoek zijn niet te financieren.”

U stelt voor de meerwaarden te belasten?

PEETERS: “In ons voorstel schaffen we allerlei belastingvoordelen af en zijn gerealiseerde meerwaarden belastbaar. Het maakt in principe niet uit of die meerwaarde voortkomt uit de verkoop van de zonnebloemen van Van Gogh, dus kunst, of antiek, oldtimers, aandelen of onroerende goederen. In het begin zal die meerwaardebelasting nog niet veel opbrengen. Je kan ze niet retroactief invoeren. Zodra je op kruissnelheid zit, na tien jaar, kan je volgens bepaalde simulaties de druk op arbeid met 8 procent verlichten.”

ANTHONISSEN: “Volgens de letter van de wet hebben we al een meerwaardebelasting. Alleen de zuiver private meerwaarden zijn vrijgesteld. Maar sinds 1999, onder Didier Reynders, is er een administratief verzet tegen de meerwaardebelasting. In de loop van mijn carrière hebben twee ministers van Financiën beslist van het oorspronkelijke principe van een belasting op het totale inkomen weg te fietsen. De eerste was wijlen Willy De Clercq, die in 1985 besliste de roerende voorheffing bevrijdend te maken. Daardoor werden de intresten en de dividenden afgezonderd en uit de aangifte gehaald. De tweede was Didier Reynders.”

‘Een euro is een euro en dient gelijk te worden behandeld’

ANTON VAN ZANTBEEK: “Ik wil toch nog pleiten voor Willy De Clercq. In 1985 was de bevrijdende roerende voorheffing de meest realistische optie, want de mensen gaven hun roerende inkomsten gewoon niet aan.”

ANTHONISSEN: “Ik wil erkennen dat beide ministers voor praktische oplossingen hebben gekozen. Maar we moeten weer streven naar een globalisering van de inkomsten.”

Wat bedoelt u daarmee?

PEETERS: “Als je aanvaardt dat de personenbelasting dient om inkomsten te herverdelen op grond van draagkracht, is het aangewezen alle inkomsten als één geheel te beschouwen en geen onderscheid te maken naar de oorsprong van het inkomen. Het zou bijvoorbeeld niet mogen uitmaken of je een onderneming voert als natuurlijke persoon of als vennootschap. Een euro is een euro en dient gelijk te worden behandeld. Als je vertrekt vanuit het principe van de financiële draagkracht, dan maakt het niet uit of die euro voortkomt uit arbeid, uit intresten, uit dividenden,…”

ANTHONISSEN: “…of uit meerwaarden.”

VAN ZANTBEEK: “Ik heb onlangs nog berekend voor een column in Trends wat je overhoudt van een jaarlijks bruto-inkomen van 50.000 euro. Als dat inkomen loon is, hou je 32.000 euro over. Als het om auteursrechten gaat, dan hou je 44.000 euro over. Het is gewoon belachelijk dat die tarieven verschillen.”

PEETERS: “U bent het er dus mee eens dat het neutraliteitsbeginsel moet spelen.”

VAN ZANTBEEK: “Uiteraard. En ik denk dat het ook heel gemakkelijk in te voeren is. We moeten terug naar het begin. Het huis helemaal strippen. De bevrijdende roerende voorheffing afschaffen en weer alle inkomsten globaliseren in één aangifte. We kunnen dat nu ook doen, dankzij de automatische uitwisseling van gegevens met het buitenland.”

PEETERS: “Er zijn een aantal basisprincipes, die bij het opstellen van het wetboek inkomstenbelasting in 1962 nog te ambitieus waren, omdat je noch de technologie, noch de internationale samenwerking of uitwisseling van gegevens had. Vandaag zijn die er wel, dus waarom zou je niet terugkeren naar die principes? Als mensen er al tegen gekant zijn, is dat uit eigenbelang. Als je het vanuit een objectief, academisch standpunt bekijkt, kan je daar niet tegen zijn.”

ANTHONISSEN: “We zijn het dus allemaal eens. Wat een mooie conclusie van dit gesprek.”

Bent u het er ook over eens dat een meerwaardebelasting moet worden ingevoerd?

VAN ZANTBEEK: “Daar is nog wel een belangrijke breuklijn. We hebben het over het wetboek inkomstenbelasting. Wat zijn inkomsten? Dat zijn vruchten.”

ANTHONISSEN: “Dat zegt het Hof van Cassatie inderdaad. Een vrucht van een bezit of van een prestatie.”

‘Je mag niet zomaar inkomsten en meerwaarden op dezelfde hoop gooien’

VAN ZANTBEEK: “Als ik een appelboom bezit, dan zijn de appels de vruchten en dan moet ik belastingen betalen op de appels. Hoe groter mijn boom, hoe meer appels en hoe meer belastingen ik betaal. Een meerwaardebelasting is geen belasting op de appels, maar op de boom. Je mag niet zomaar inkomsten en meerwaarden op dezelfde hoop gooien.”

PEETERS: “De meerwaarden van aandelen zijn voor een deel nog niet-uitgekeerde dividenden.”

VAN ZANTBEEK: “Niet altijd. Als je de meerwaarde wil belasten, maak daar dan een duidelijke wet over. Schrijf ook in de wet hoe je de meerwaarde berekent. Bij de speculatietaks en de meerwaardebelasting op aandelen in vennootschappen hebben ze geen enkele keer rekening gehouden met de minwaarden. Die asymmetrie gaat niet op. Dat is boerenbedrog.”

PEETERS: “Als je de meerwaarde belast, moet je consequent zijn en de minwaarde en de kosten aftrekbaar maken. Wij hadden het in ons voorstel over meerwaarden, met een inflatiecorrectie, met alles erop en eraan. Dat is het meest logische.”

ANTHONISSEN: “Met een inflatiecorrectie hebben spaarders op dit moment meer te winnen dan met eender welke vrijstelling voor intresten op het spaarboekje. Maar ik vind ook dat je 1 procent rente niet kan beschouwen als een inkomen, zolang de inflatie hoger ligt dan die 1 procent.”

‘Als je de meerwaarde wil belasten, maak daar dan een duidelijke wet over’

Voor het eerst krijgen sommige belastingplichtigen een taartdiagram te zien met een overzicht van de overheidsuitgaven als ze hun belastingbrief willen invullen via Tax-on-web. Alle gesprekspartners zijn het erover eens dat de personenbelasting aan een vereenvoudiging toe is om meer begrip voor belastingen bij het grote publiek los te weken.

“Er ligt niemand wakker van de manier waarop een of ander computerprogramma de concrete heffing berekent, maar de structuur of het systeem moet wel duidelijk zijn. Dan zullen mensen veel gemakkelijker en met minder tegenzin hun belastingen betalen”, zegt Peeters.

Er zijn nog maar weinig mensen die kunnen uitleggen hoe de personenbelasting in elkaar zit. Hoe komt dat?

PEETERS: “Het is ingewikkeld geworden omdat men de personenbelasting te veel heeft benut voor doeleinden die eigenlijk niet in de personenbelasting thuishoren. Weegt de wetgever wel voldoende de tools af die hij ter beschikking heeft? Er zijn ook verbod- en gebodsbepalingen. Iedereen weet dat je een aarding moet hebben voor de elektriciteit als je een gebouw zet. Dat is een van de bouwvoorschriften. Daar moet geen korting op de belastingen voor worden gegeven. Als het over dubbel glas gaat, dan moet daar plots wel een belastingvoordeel voor worden toegekend. Waarom kan dat niet gewoon een bouwvoorschrift zijn?”

VAN ZANTBEEK: “Of een subsidie…”

PEETERS: “Eerst een verbod, een gebod, daarna een subsidie,… En bij de belastingen moet je je de vraag stellen of het niet beter is iets via de indirecte belastingen te regelen vooraleer je aan die mammoettanker van de personenbelasting komt, die moeilijk wendbaar is. De personenbelasting werkt herverdelend en moet een belangrijke en stabiele bron van inkomsten zijn en blijven voor alle beleidsniveaus in ons land.”

ANTHONISSEN: “Ik ben het helemaal met u eens. De regering blijft maar nieuwe belastingvoordelen invoeren: voor adoptiekosten kwam er laatst nog eentje bij en nu is er ook nog sprake van fiscaal aftrekbare premies voor rechtsbijstandsverzekeringen. Dat heeft mij echt gestoord. De federale overheid gaat nog altijd de verkeerde kant uit.”

‘De regering blijft maar nieuwe belastingvoordelen invoeren’

U vindt het een slechte zaak dat de personenbelasting wordt gebruikt om het gedrag van mensen te sturen?

VAN ZANTBEEK: “Ze moeten de fiscaliteit gebruiken voor wat het dient, namelijk om geld te hebben om beleid te voeren. Ze mogen dat niet politiseren met allerlei stimulansen om het gedrag van belastingplichtigen te wijzigen.”

PEETERS: “Je kunt dat niet helemaal uitsluiten.”

ANTHONISSEN: “Ik wou net hetzelfde zeggen.”

PEETERS: “De personenbelastingen heeft twee belangrijke functies. Het moet geld in het laatje brengen. Het is, naast de sociale zekerheid, een belangrijke tool voor de herverdeling. Ik denk dat niemand in België die herverdelende functie in twijfel trekt.”

ANTHONISSEN: “En dan is er nog een derde functie. Het principe van de vervuiler die betaalt, is daar een voorbeeld van. Ik ben wel voorstander van zo’n ‘instrumentalisering’ van belastingen.”

PEETERS: “Maar niet via de personenbelasting. Hou die zo zuiver mogelijk!”

ANTHONISSEN: “Gebruik indirecte belastingen zoals accijnzen op diesel, benzine, alcohol, statiegeld,… Die zijn bedoeld om geld op te brengen én om het gedrag van bedrijven en consumenten te sturen.”

VAN ZANTBEEK: “We willen mensen daarmee weerhouden van bepaalde handelingen…”

ANTHONISSEN: “…of aanmoedigen. We kunnen de btw op fietsen verlagen en die op auto’s verhogen, om mensen aan te moedigen minder voor een auto te kiezen.”

PEETERS: “Een typisch voorbeeld van hoe het kan fout lopen, zijn de zonnepanelen. Los van het feit dat die panelen te veel gesubsidieerd waren. Als je pech had, was je huis naar het noorden gericht. Die belastingvermindering ging voorbij aan een hele groep eigenaars en aan huurders. Huurders waren uitgesloten. Mensen met een naar het zuiden gerichte villa hebben meer kansen om die zonnepanelen te plaatsen. Dat is nu afgeschaft, maar het heeft wel een tijdje geduurd. De beleidsmakers moeten daarmee opletten. Als ze iets via de personenbelasting willen doen, dan moeten ze die stimuli zorgvuldig afwegen tegenover andere beleidsinstrumenten en duidelijk motiveren.”

Past een belastingvermindering voor pensioensparen nog in uw hervormingsplan?

PEETERS: “Bijvoorbeeld. Je zou altijd moeten vertrekken van de financiële draagkracht. Er valt zeker iets voor te zeggen om mensen aan te moedigen niet de volledige draagkracht die ze in een bepaald jaar creëren meteen op te consumeren. Er mag gerust een aanmoediging zijn om te sparen voor de toekomst. We zouden ook meer naar de levenscyclus van de belastingplichtige moeten kijken. Je wordt jaar na jaar belast op je draagkracht.”

‘Er zit een groot deel afgeleide personenbelasting in die vennootschapsbelasting’

“Maar er zijn bijzondere situaties, zoals een topsporter die een medaille haalt, een auteur die een bestseller schrijft of een artiest die een hit scoort. De inkomsten van die mensen pieken in een bepaald jaar en de daaropvolgende jaren komt er niets meer binnen. Zij betalen relatief gezien meer belastingen op hun inkomsten dan iemand die zijn hele leven jaar na jaar gelijke inkomsten heeft. Die excessieve beroepsinkomsten worden door de progressiviteit van de tarieven op een onredelijke manier belast. Wat krijg je dan? Mensen die een uitweg zoeken in een vennootschap. Die ‘vervennootschappelijking’ is geen goede zaak. We zijn daar kampioen in. Je zou evengoed kunnen toestaan dat beroepsinkomsten gedeeltelijk kunnen worden overgedragen naar het daaropvolgende jaar.”

ANTHONISSEN: “Er zit een groot deel afgeleide personenbelasting in die vennootschapsbelasting.”

PEETERS: “En dat heeft ook zijn impact op de financiering van de regionale en lokale besturen. De gewesten en de gemeenten innen opcentiemen op de personenbelasting. Die budgettaire impact van de vervennootschappelijking is bij mijn weten nog niet becijferd.”

Partner Content