Karel Anthonissen

‘Luikenaars zijn meer gelijk voor de wet’

Karel Anthonissen Gewestelijk directeur bij de BBI

“In Luik heerst nog altijd de geest die oordeelt dat bedrog tegen de Belgisch-Brusselse regels minder zwaar weegt dan de rechten van de ‘vurige’ inwoners aan de Maas”, reageert Karel Anthonissen, directeur van de Bijzondere Belastinginspectie op het arrest van het Luikse hof van beroep in wat hij “de zaak-O” noemt.

Het Luikse hof van beroep heeft op 25 juni beslist: in wat ik altijd ‘de zaak-O’ heb genoemd, is geen fraude met kasgeldvennootschappen gepleegd. De Luikse procureur-generaal Christian De Valkeneer heeft zijn best gedaan, maar ook hij is er niet in geslaagd een bende fiscale fraudeurs te laten veroordelen.

Aan het openbaar ministerie in de persoon van procureur Patrick Carolus en aan de Belgische Staat als burgerlijke partij met meester Martine Bourmanne zal het evenmin gelegen hebben.

Aan de vordering lag het zeker ook niet, want die was nog opgesteld door de Antwerpse procureur Peter Van Calster. Maar volgens de verdediging was het hele dossier een machinatie van een BBI-inspecteur, een zekere Karel Anthonissen, die de Antwerpse onderzoeksrechter Christian Van Wambeke, vervolgens de hele Antwerpse justitie en daarna ook nog de Brusselse rechtbank van zijn vileine theorieën overtuigd had.

Een vennootschap met veel winst en een grote, maar soms nog latente belastingschuld, wordt als een lege doos achtergelaten in handen van een stroman”

Het systeem van de kasgeldvennootschappen is genoegzaam beschreven. Kort samengevat: een vennootschap met veel winst en een grote, maar soms nog latente belastingschuld, wordt als een lege doos achtergelaten in handen van een stroman. De partijen die het kasgeld van de onderneming in handen hebben, gebaren van krommenaas. Zij hebben alleen maar normale, legale juridische akten gesteld. Bij de verkopers van de vennootschap hebben de rechtbanken dat meestal aangenomen. Maar bij de kopers die de stroman inhuurden, is dat nogal ongeloofwaardig.

Alle Vlaamse ondernemingen die in deze zaak betrokken waren, hebben rond de eeuwwisseling de schade hersteld. Daarmee was het nadeel voor de schatkist van ruim een miljard Belgische frank al voor 60 procent goedgemaakt. Voor alle duidelijkheid: ik zeg hier niets wat niet openbaar gekend is, hetzij uit de zitting van de rechtbanken, hetzij uit die van de parlementscommissie.

De zaak kende vervolgens een nogal bijzonder verloop. De Antwerpse rechter verwees de in meerderheid Franstalige verdachten door naar Brussel-Frans. Na een tumultueus proces kregen de kopstukken daar een stevige veroordeling van rechter Annick Baudry. Maar vervolgens sprak het hof van beroep van Brussel iedereen na een even tumultueus proces weer vrij. Stroman ‘O’ was namelijk in Parijs onder ede ondervraagd en volgens de Belgische inzichten is dat een procedurefout. Hoewel de man nauwelijks iets had weten te zeggen, verklaarde het Brusselse hof de zaak daarom onontvankelijk. Met zo’n jurisprudence bruxelloise is fraudebestrijding niet simpel. Maar het Hof van Cassatie verbrak het arrest en verzond de zaak naar Luik.

In een ‘normaal land’ zouden de daders zo’n tien jaar geleden veroordeeld zijn. Middelerwijl zouden zij met hun bankiers en de fiscus onderhandeld hebben over schadeherstel en zouden zij hun normale leven kunnen hernomen hebben. Correctie: in een ‘goed land’ zouden zij zoiets niet gedaan hebben, zeker niet als men weet dat zij de vriendschap van de koning en zijn minister van Financiën genoten. De lange rechtsgang was voor hen zeker ook geen pretje. Maar deze keer heeft het openbaar ministerie van Antwerpen, Brussel en Luik voet bij stuk gehouden.

Ik dacht dat het principauté de Liège niet meer bestond, of vergis ik mij?

In het prins-bisschoppelijk paleis, dat nu het Luikse justitiepaleis is, heerst nog de geest van de Vrede van Fexhe, die de prins-bisschop daar in 1316 ondertekende. De Luikenaars kregen het recht zich bij de vorst te beklagen, meestal over de belastingen. De persoon, de woning en het eigendom van de bewoners van het vorstendom kregen bescherming. Daarom heeft Luik nooit de inquisitie gekend. De Vrede van Rexhe zou een monument in onze geschiedenisboeken moeten zijn. En nog altijd heerst in het prinsenpaleis de geest die oordeelt dat bedrog tegen de Belgisch-Brusselse regels minder zwaar weegt dan de rechten van de ‘vurige’ inwoners aan de Maas.

Maar Luik heeft sinds 1795 een gemeenschappelijke staatshuishouding met de rest van het land. Dan zouden de Belgische regels toch stilaan ook voor Luik mogen gelden. Frankrijk heeft nog zijn fiscaal principauté de Monaco. Ik dacht dat het principauté de Liège niet meer bestond, of vergis ik mij?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content