Belegger moet lager rendement verwachten

. © Yozayo (iStock)
Jasper Vekeman medewerker Trends en Moneytalk 

“Opbrengsten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst.” Volgens KBC Asset Management is dat geen loze waarschuwing. De rendementen zullen in de toekomst een pak lager liggen.

“Het zal de volgende jaren allemaal wat minder worden.” Dat is de boodschap die elke belegger op zijn bord krijgt. Maar hoeveel minder is minder? En hoeveel risico moet u nemen om toch wat rendement te krijgen? In een strategienota zoekt KBC Asset Management naar antwoorden op die vragen.

De denkoefening valt uiteen in twee delen. Enerzijds wordt nagegaan wat u de komende drie jaar mag verwachten van uw beleggingen. Daarin speelt de economische conjunctuur de hoofdrol. Het tweede deel gaat op zoek naar antwoorden op nog langere termijn. Daarin spelen meer structurele factoren zoals de demografie en productiviteitsgroei een voorname rol. Toch is er volgens strateeg Dirk Thiels maar één belangrijke drijfveer van de financiële markten: “Het is een cliché, maar het klopt wel: “it’s the economy, stupid.”

De komende jaren

Tot 2020 verwacht KBC dat de economie het goed blijft doen, met een gemiddelde groei van bijna 2 procent per jaar voor de eurozone. Ook de inflatie trekt geleidelijk aan. Om de verwachte rendementen te berekenen, houdt Thiels ook rekening met scenario’s waarin het beter of slechter gaat. Het negatieve scenario krijgt wel een grotere kans toegedicht dan het positieve.

Voor een portefeuille aandelen die voor de helft uit de eurozone afkomstig zijn, mag u 5 procent rendement verwachten. Aandelen uit de eurozone zullen met een return van 5,4 procent iets hoger scoren. Volgens Thiels is er nog ruimte voor hogere marges bij de Europese bedrijven. De rendementen op de aandelenmarkten zullen daarmee beduidend lager liggen dan de afgelopen jaren, waar eenzelfde korf aandelen 12,6 procent opleverde.

Voor obligatiebeleggers is het geschetste economische plaatje veel minder goed nieuws. Thiels verwacht dat de rendementen negatief zullen zijn. Hij ziet de Duitse tienjaarsrente, de referentie in Europa, geleidelijk van 0,3 naar 2 procent kruipen. Omgekeerd aan een stijging van de rente dalen de obligatiekoersen. Een gemengde obligatieportefeuille zal daarom een negatief rendement van 0,7 procent opleveren, waar de voorbije vijf jaar nog bijna 4 procent gehaald werd.

De dreigende negatieve returns zijn natuurlijk vooral slecht nieuws voor defensieve beleggers, die traditioneel veel (staats)obligaties in portefeuille hebben. Het advies: vermijd lange looptijden, hou minder dan 20 procent staatsobligaties in uw portefeuille aan, zorg ervoor dat meer dan de helft van uw obligaties bedrijfspapier zijn, beleg ook buiten de eurozone, en ten slotte: cash is king.

De lange termijn

Voorbij de eerstkomende jaren moet een belegger door de economische golven heen kijken, en kan hij ervan uitgaan dat schommelingen op de financiële markten elkaar uitvlakken. Volgens Thiels moeten twee belangrijke puzzelstukken gelegd worden: de groei en de inflatie.

Voor de inflatie gaat Thiels ervan uit dat de centrale banken hun doel van 2 procent min of meer halen. Reken daar een wat hogere inflatie in de groeilanden bij en je komt uit op een inflatie van zo’n 3 procent voor de wereldeconomie, wat beduidend minder is dan de 4,1 procent in de afgelopen eeuw.

Schattingen voor de groei van de wereldeconomie zijn veel moeilijker. De arbeidsbevolking zal minder snel groeien, zoveel lijkt gezien de vergrijzing wel zeker. Maar hoe productief we zullen zijn, hangt af van grote onbekenden zoals technologische ontwikkelingen. Volgens Thiels kunnen we relatief zeker van zijn dat ook de groei wat zal vertragen. Zijn berekeningen gaan uit van 2,6 procent groei voor de wereldeconomie, tegenover 3 procent sinds 1900.

Een lagere groei en inflatie vertalen zich ook in – “It’s the economy, stupid” – lagere rendementen op lange termijn. Voor een gespreide korf aandelen mag u rekenen op 6,6 procent. In het verleden was dat nog 9,3 procent. Voor aandelen uit de eurozone ligt het verwachte rendement op 5,7 procent, makkelijk 2 procentpunt minder dan in de lange eeuw sinds 1900. Voor een defensieve, gespreide obligatieportefeuille daalt het rendement wellicht nog meer, van 5,4 procent in het verleden naar 2,9 procent in de komende decennia.

Voor alle duidelijkheid: de aangehaalde verwachte rendementen zijn nominaal. Om te weten wat uw reële opbrengst is, moet u met andere woorden de inflatie nog aftrekken. “Rendementen uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst”, waarschuwt elke financiële reclame. Het zijn geen loze woorden.

Partner Content