Een blik op de toekomst voor beleggers: ‘Wil je geld verliezen, gok dan tegen China’

Donald Trump en Xi Jinping. (7 april 2017) © Reuters
Jasper Vekeman medewerker Trends en Moneytalk 

Onder het Louvre in Parijs is twee dagen gedebatteerd over de uitdagingen voor beleggers op lange termijn. Conclusie: we beleven niet het einde der tijden, maar de belegger dreigt wel zijn beste vriend te verliezen.

Particuliere beleggers hebben meestal de korte termijn voor ogen. Wat zal de beurs dit jaar doen? Hoeveel zal de rente de komende twaalf maanden stijgen? Dat zijn relevante vragen, want investeren doe je voor het rendement. Toch is het zinvol van tijd tot tijd stil te staan bij de uitdagingen en de onzekerheden op lange termijn. Die bepalen welke richting de wereld uitgaat, en dus welke return een belegger over een lange tijdshorizon mag verwachten.

Ook professionals moeten af en toe het bredere plaatje bekijken. Met dat idee verzamelt Amundi, de grootste vermogensbeheerder van Europa, jaarlijks een select publiek van verzekeraars, beheerders van pensioenfondsen en andere grote jongens op zijn World Investment Forum. Een rist vermaarde economen, diplomaten en bedrijfsleiders laat er twee dagen lang zijn licht schijnen op de langetermijntrends, zoals de verschuiving van het machtsevenwicht in de wereld, de zwakke economische groei en de toekomst van het monetaire beleid.

Verschuiving machtsevenwicht

Een belangrijk vraagstuk is hoe de verhouding tussen de supermachten zal evolueren. “De grootste uitdaging wordt de relatie tussen de Verenigde Staten en China”, zei Simon Fraser, het voormalige hoofd van het Britse Foreign Office. “De Amerikaanse president Donald Trump heeft gelijk: China speelt vals. Maar hij pakt het verkeerd aan. Hij handelt alleen en pakt ook zijn bondgenoten hard aan. Zo speelt hij het Westen uit elkaar.”

‘De Amerikaanse president Donald Trump heeft gelijk: China speelt vals. Maar hij pakt het verkeerd aan’

Trump is daarom een cadeau voor de Chinezen, stelde Kishore Mahbubani, hoogleraar in Singapore en voormalig voorzitter van de VN Veiligheidsraad. Het beste bewijs voor zijn stelling ziet de China-kenner in het feit dat Peking zich wel opwindt over het Amerikaanse protectionisme, zonder een echte vuist te maken. “China wil de wereldorde niet op haar kop zetten, want het haalt het meeste voordeel uit de wereldhandel. De grootste vrees van de Chinezen is chaos. Ze willen dat het Westen het goed doet. Ze willen vooral stabiliteit.”

Wie straks economisch de lakens uitdeelt in de wereld, is een belangrijke vraag voor beleggers: samen met de macht zullen mogelijk ook de interessantste investeringskansen verschuiven. “China is een van de best gemanagede landen ter wereld”, oordeelde Mahbubani. “Wil je geld verliezen, gok dan tegen China.” Volgens Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz is het verschil met een normale markteconomie dat Peking veel meer controle heeft over zijn economie. Toch waarschuwt hij voor verkeerde conclusies en overdreven optimisme: “Natuurlijk kan China een crash beleven. Élke economie gaat door cyclussen.”

Zwakke economie

Een moeilijke puzzel is waarom de economie al jaren onder de verwachtingen presteert, ook nu het herstel na de crisis vergevorderd is. “Ik weet ook niet zeker wat er aan de hand is”, bekende Janet Yellen, die tot vorig jaar aan het hoofd stond van de Amerikaanse centrale bank. “Er is bijvoorbeeld nog altijd verrassend weinig inflatie, als je kijkt naar de sterkte van de arbeidsmarkt.”

‘De vraag is niet óf de rente zal stijgen, maar wanneer’

Een van de puzzelstukken die niet te leggen vallen, is de lage potentiële groei. Dat is de groei die de economie kan volhouden, zonder dat de inflatie uit de hand loopt. In de Verenigde Staten zou die potentiële groei zo’n 2 procent bedragen. Yellen verwacht niet onmiddellijk een toename. “We zien weinig investeringen en de productiviteit groeit traag. Er zit gewoon weinig dynamiek in de economie. Misschien kan de potentiële groei wat aantrekken, maar ik zou er niet te hard op rekenen.”

De lage potentiële groei wordt vaak genoemd als een hoofdoorzaak van de lage rente, net zoals de vergrijzing en de toename van de ongelijkheid. “We weten het gewoon niet”, zei Harvard-econoom Kenneth Rogoff, die zich wel verzet tegen het end-of-historysfeertje: “Het lijkt soms of we nooit nog productiviteitsgroei zullen zien, of inflatie, of hogere rentes. Dat is absurd. De vraag is niet óf de rente zal stijgen, maar wanneer.” Als de rente stijgt, dalen de obligatiekoersen. Rogoff: “En zo kom je bij de moeder van alle risico’s: de obligatiezeepbel.”

Monetair beleid

Nog een grote onbekende is welke richting de centrale banken met hun monetaire beleid uitgaan. In de strijd tegen de crisis is de rente tot nul verlaagd. Dat volstond eigenlijk niet, en dus werd daar de belofte aan gekoppeld, de forward guidance, om de rente nog lang laag te houden. “Dat moest duidelijkheid geven over de toekomst van het beleid. Nu we dat beleid verder normaliseren, is daar minder behoefte aan”, zei Yellen.

Het kompas waar de centrale bankiers op varen, zijn ramingen van onbekende parameters zoals de potentiële groei en de neutrale rente

Voor beleggers wordt het moeilijk uit te maken welke richting het uitgaat. Het kompas waar de centrale bankiers op varen, zijn ramingen van onbekende parameters zoals de potentiële groei en de neutrale rente. Dat is de rente die de economie niet stimuleert en niet afremt. “Die schattingen zijn enorm gewijzigd”, gaf Yellen toe. “Dat betekent dat we de regels die we vroeger bijna automatisch toepasten, moeten updaten. De onderliggende principes blijven wel dezelfde: als de inflatie verrassend stijgt, moet rente verhoogd worden.”

Rogoff kaartte aan dat de centrale bankiers compleet in het duister tasten. Hun probleem is dat ze de potentiële groei van de economie niet kunnen berekenen, waardoor ze niet weten hoe sterk de economie is en hoeveel stimuleringsmaatregelen nodig zijn. “Misschien loopt de Federal Reserve wel achter op de feiten? En als de instelling de rente moet optrekken, zal dat gevolgen hebben in de hele wereld”, zei Rogoff.

Philippe Ithurbide, het hoofd research bij Amundi, besloot met een ongemakkelijke waarheid voor de belegger: “De lage rente en de obligatie-inkopen van de centrale banken duwen de prijzen van veel activa hoger, terwijl de forward guidance verrassingen uitsluit. Daarom houdt iedereen van de centrale bankiers, maar vroeg of laat zijn ze onze vriend niet meer.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content