Testweek Beleggerscompetitie: aandelen zijn stukjes van een bedrijf

. © Yozayo (iStock)

Vooraleer op 19 februari de 20ste editie van de Beleggerscompetitie van start gaat, vindt van 12 tot 16 februari nog een testweek plaats. Naar aanleiding daarvan brengt MoneyTalk deze week elke dag een bijdrage van de Vlaamse Federatie van Beleggers over beleggen in aandelen.

Dit artikel is een bijdrage van de Vlaamse Federatie van Beleggers.

Beleggen is geld voor langere tijd vastleggen om er financieel voordeel uit te halen. Mensen beleggen om de koopkracht van hun spaargeld te behouden, en indien mogelijk zelfs te vergroten. Een beleggingsportefeuille kan bestaan uit vier componenten: cash geld, obligaties & kasbons, aandelen en vastgoed. We besteden hierna aandacht aan de eerste drie delen van de portefeuille.

Cash geld is veilig maar levert niets op. Geld op een spaarrekening (het spaarboekje) brengt 0,11 procent per jaar op. Door de inflatie daalt de koopkracht van cash geld en geld op een spaarrekening voortdurend. Met dezelfde hoeveelheid cash kunt u door de stijgende prijzen immers steeds minder kopen.

Schrijft u in op een kasbon of een obligatie à pari (waarbij de uitgifteprijs gelijk is aan de terugbetalingsprijs) dan krijgt u jaarlijks de afgesproken interest op de uitgifteprijs. Het gaat daarbij voor alle duidelijkheid om de netto-interest. Dat is de bruto-interest min 30 procent roerende voorheffing die de bank zal afhouden voor de staat.

Op de vervaldag ontvangt u de uitgifteprijs (uw geld) terug. Tijdens de looptijd van de obligatie schommelt de waarde ervan dagelijks. Die waarde wordt vooral beïnvloed door de evolutie van de marktrentes en door veranderingen in de financiële gezondheid van het bedrijf of de overheid die de obligatie heeft uitgegeven.

Neem bijvoorbeeld een obligatie van 10.000 euro die nog 8 jaar loopt met een jaarlijkse interest van 4 procent. Op dit ogenblik ligt de rente op 8 jaar lager dan 1 procent. Veel mensen zullen dan geïnteresseerd zijn om uw obligatie over te kopen voor veel meer geld dan de 10.000 euro die u ervoor betaalde. Omgekeerd geldt deze redenering uiteraard ook.

Als de financiële gezondheid van de uitgever van de obligatie sterk verslechtert tijdens de looptijd van de obligatie, zal de waarde van uw obligatie natuurlijk dalen.

Wie een aandeel koopt, wordt mede-eigenaar van het bedrijf dat het aandeel uitgaf. Voor een heel klein stukje althans. Als het bedrijf in kwestie groeit, deelt u in die groei door de stijging van de jaarlijkse dividenden – het deel van de winst dat aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd – én door de waardestijging van het bedrijf.

Dat werkt natuurlijk in de twee richtingen. Doet het bedrijf het minder goed, dan kunnen de dividenden worden verlaagd of wordt er zelfs geen dividend uitbetaald. De waarde van het bedrijf, en dus van het aandeel, kan ook dalen. Het is dus niet zeker dat u uw geld terug krijgt.

Op maandag 19 februari begint de Beleggerscompetitie 2018. Voor meer informatie kunt u terecht op de website.

Partner Content