Dagprijzen in Vlaamse woon-zorgcentra stegen op een jaar tijd met ruim 3 procent

© iStock

De dagprijzen in de Vlaamse woon-zorgcentra stegen in 2017 op een jaar tijd met gemiddeld 3,11 procent. Rekenen we de inflatie niet mee, dan komen we uit op een reële stijging van 1,25 procent in vergelijking met 2016. Dat bleek woensdag uit de resultaten van een studie die werd uitgevoerd op vraag van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen.

In Brussel, Antwerpen en Vlaams-Brabant ligt de gemiddelde dagprijs met respectievelijk 63, 60 en 58 euro het hoogst. Oost- en West-Vlaanderen en Limburg schommelen rond de 54 euro. Het totale gemiddelde voor heel Vlaanderen komt uit op 56 euro.

De hoogste procentuele stijging is voor rekening van Vlaams-Brabant (4,37 procent), gevolgd door Limburg (3,97 procent) en West-Vlaanderen (3,45 procent). In Antwerpen en Oost-Vlaanderen steeg de dagprijs gemiddeld met 2,23 en 2,82 procent. Brussel kende de laagste toename, met een stijging van 0,79 procent, maar blijft niettemin wel de duurste regio.

Een mogelijke verklaring voor de hoge stijging in Vlaams-Brabant en Limburg is dat er daar minder woonzorgcentra zijn. Wanneer er in die regio’s nieuwe centra bijkomen, met hogere prijzen, dan weegt dit zwaarder door op het totaal. De prijsstijgingen zijn sowieso voor een deel het gevolg van renovaties en striktere kwaliteits- en comfortnormen, aldus de onderzoekers.

Evolutie

Het is de eerste keer dat een dergelijke vergelijking van de dagprijzen wordt gemaakt. Vlaanderen is pas sinds 2015 bevoegd voor de materie als gevolg van de staatshervorming. Vorig jaar liet de Vlaamse overheid een nulmeting uitvoeren van de dagprijzen. Bedoeling is om de meting voortaan jaarlijks uit te voeren, zodat er meer transparantie ontstaat rond de evolutie van de dagprijzen.

De onderzoekers zijn er niettemin in geslaagd om een inschatting te maken van de evolutie van de dagprijs over een langere periode. Daaruit blijkt dat de prijzen sinds 2012 heel wat sneller stegen dan voorheen. Van 1991 tot 2000 en vervolgens van 2000 tot 2012 werd een stijging opgetekend van respectievelijk 1 en 0,6 procent bovenop de inflatie. In de periode van 2012 tot 2016 bedroeg de jaarlijkse reële prijsstijging echter 1,9 procent.

Om de woon-zorgcentra betaalbaar te houden, wil minister Vandeurzen onder andere voort inzetten op prijsmonitoring en prijscontrole, maar ook tegemoetkomen aan de stijgende zorgzwaarte en extra investeren in meer aanbod en meer personeel.

Inbegrepen in de dagprijs zijn onder andere de woongelegenheid zelf, de gemeenschappelijke ruimtes, de verpleging en verzorging, de voeding, het onderhoud van gebouw en kamers en het energieverbruik. Daarnaast kunnen de woonzorgcentra echter ook nog supplementen aanrekenen voor bijvoorbeeld dokterskosten en medicatie, telefoonkosten, een abonnement op kabeldistributie, kamerbediening en kapperskosten.

In totaal waren op 1 mei vorig jaar 804 woon-zorgcentra erkend. Op een uitzondering na zijn alle centra in de studie opgenomen.

Partner Content