Hervorming loonwet van 1996: ‘Arbeid blijft nog steeds duur in België’

Pieter Timmermans © belga

Volgens het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) is de hervorming van de loonwet van 1996 een grote stap in de goede richting. “Arbeid in België blijft behoorlijk duur in vergelijking met het buitenland”, klinkt het.

De Kamer heeft in de nacht van donderdag op vrijdag de hervorming van de loonwet van 1996 goedkeurd. Die hervorming is een van de belangrijkste maatregelen die de federale regering tijdens de begrotingswerkzaamheden in oktober 2016 heeft genomen om de Belgische loonkostenhandicap weg te werken Tot nu hadden de opeenvolgende regeringen als doel de loonkloof met de buurlanden ten opzichte van het referentiejaar 1996 te verminderen. Dat doel is intussen bereikt. Daarom wordt voortaan naar de ‘historische handicap’ – van voor 1996 dus – gekeken.

Dankzij de nieuwe wet kunnen wij de koopkracht van de bevolking vrijwaarden”

“En dat blijft een pijnpunt reageert”, reageert Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). “Een arbeidsuur in België blijft, na aftrek van alle lastenverlagingen en fiscale subsidies, nog steeds 4 euro duurder dan in onze buurlanden (43 euro t.o.v. 39 euro). (…) Met de hervorming kunnen nieuwe loonkostenontsporingen in de toekomst vermeden of gecorrigeerd worden. Dat is positief omdat zo jobdestructie tegengegaan wordt en bijgevolg de koopkracht van de bevolking gevrijwaard blijft.”

Het VBO reageert dan ook zeer tevreden op de goedkeuring door de Kamer. “Met de hervorming van de wet van 1996 kan de interprofessionele loon-cao 2017-2018 in de Nationale Arbeidsraad eindelijk ondertekend worden, wat betekent dat sectorale loononderhandelingen kunnen starten. Dat biedt de nodige rechtszekerheid”, zegt Timmermans.

Die nieuwe aanpassingen aan de wet van 1996 zijn door de sociale partners al meegenomen in de uitwerking van een compromis over de loonnorm voor de komende twee jaar. Tijdens die onderhandelingen hebben ze onder meer beslist dat de lonen de komende twee jaar met maximaal 1,1 procent mogen stijgen boven op de indexering van 2,9 procent. Al lieten de vakbonden toen meermaals verstaan dat ze problemen hebben met de herziening van de loonwet. “Zonder die herziening was de loonmarge veel groter geweest”, klonk het toen.

Veiligheidsmechanismen

ACV-voorzitter Mark Leemans en ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw weigerden vorige maand nog een rapport van de Nationale Bank te ondertekenen, waarin de gouverneur Jan Smets de regering opriep de herziene loonwet correct te hanteren. In die wet heeft de regering marges voorzien om ontsporingen sneller te corrigeren. Zo hanteert de regering een veiligheidsmarge, zodat ze fouten in de vooruitzichten, zoals een onverwachte indexontwikkeling, kan opvangen. Die bedraagt een kwart van de marge, maar minstens 0,5 procent.

Indien de lonen minder snel evolueren dan in de buurlanden en de handicap ten opzichte van 1996 dus een voorsprong wordt, zal de helft ervan eveneens ingezet worden voor het wegwerken van de historische handicap. Er wordt overigens eerst gekeken naar de verwachte loonkoststijgingen in Duitsland, Nederland en Frankrijk alvorens de sociale partners de loonmarge bepalen. De regering zal er bovendien streng op toezien dat werkgevers de loonnorm respecteren. Wie die overschrijdt, riskeert een boete van maximaal 5000 euro.

Verlaging werkgeversbijdragen

Het wegwerken van onze loonkostenhandicap is voornamelijk te danken aan die hervorming

In het kader van de taxshift heeft de regering nog een extra maatregel genomen om het concurrentievermogen van de Belgische ondernemingen te vrijwaren. Zo verlaagt ze stapsgewijs de patronale bijdragen die een werkgever voor zijn werknemer moet betalen. Sinds 1 april is die al verlaagd van 32,4 naar 30 procent. Op 1 januari volgt een verlaging naar 25 procent.

Daarnaast moeten werkgevers sinds 1 april 2016 geen werkgeversbijdragen meer betalen op hun eerste aanwerving. De vrijstelling geldt gedurende de volledige tewerkstellingsperiode. Ze krijgen ook hogere patronale verminderingen voor een tweede tot een zesde aanwerving. Die kortingen gelden weliswaar niet voor de volledige looptijd van het contract. “Het wegwerken van onze loonkostenhandicap is voornamelijk te danken aan die hervorming”, liet premier Charles Michel (MR) weten kort na het rapport van de Nationale Bank.

Al stootten die maatregelen eveneens op veel kritiek van de oppositiepartijen. John Crombez, partijvoorzitter van de sp.a, verweet de federale regering onlangs nog dat ze de sociale zekerheid in gevaar brengt. Hij verwees naar de taxshift, die tot minder sociale bijdragen leidde. “Om dat te compenseren werd in een aantal maatregelen voorzien, zoals de kaaimantaks, waarvan de opbrengsten via de alternatieve financiering naar de sociale zekerheid zouden gaan”, aldus de voorzitter.

Partner Content