Winnaars en verliezers van de lage rente

toplui van de ECB: vice-voorzitter Constancio en voorzitter Draghi © reuters
Jasper Vekeman medewerker Trends en Moneytalk 

De rente is nog altijd heel laag, met dank aan de ECB. Dat is niet voor iedereen een goede zaak. Wie veel heeft gespaard, ziet zijn geld slinken. Dan toch maar schulden maken?

De Belgische gezinnen zijn de grote verliezer van het stimulusbeleid van de Europese Centrale Bank. Dat blijkt uit een studie die Frankfurt zelf voerde naar de effecten van zijn beleid in negen eurolanden. De verklaring is simpel: wie veel schulden heeft, zoals de bedrijven en vooral de overheden in ons land, profiteert van de lage rente. Wie daarentegen veel spaargeld bezit, is de pineut.

Toch kunnen we maar beter niet massaal haatmails naar Mario.Draghi@ecb.de sturen. Een recente studie van de Nationale Bank naar de impact van de lage rente op de Belgische huishoudens leert dat de realiteit iets complexer is en dat lang niet alle huishoudens ‘slachtoffer’ zijn van het uitzonderlijke monetair beleid van de ECB. Aan de hand van een aantal concrete voorbeelden gaan we op zoek naar wie wint en verliest.

Nico (24) behaalde vorig jaar zijn diploma communicatiewetenschappen en vond bijna onmiddellijk werk bij een reclamebureau. Hij heeft zijn laatste spaarcenten geïnvesteerd in een wagen. De helft van het aankoopbedrag heeft hij geleend. Toen hij op eigen benen ging staan en een huis huurde, kocht hij een ijskast en wasmachine op krediet.

De economie doet het goed en dat is zeker deels te danken aan het beleid van de ECB (zie kader onderaan Korrel zout). Zo laat de lage rente bedrijven toe goedkoper te lenen, wat betekent dat ze makkelijker kunnen investeren en aanwerven. Hoeveel het monetair beleid precies bijdraagt aan het herstel, is voer voor heftige discussie. Wat er ook van zij, de arbeidsmarkt trekt duidelijk aan. De werkloosheid in de eurozone is met een kwart gedaald tot 9 procent.

Wie leeft van zijn inkomen uit arbeid en geen spaarcenten heeft, ligt niet wakker van de lage rente. De Nationale Bank noemt het stimulusbeleid niet voor niets een “herverdelingsmechanisme ten nadele van de huishoudens met een inkomen dat voor een groter deel afkomstig is uit vermogen”. Wie geen spaarpotje bezit en een krediet aangaat, profiteert van de lage rente. Uit data van de NBB blijkt dat de gemiddelde rente op allerhande consumentenkredieten sinds 2009 met 5 procentpunt gedaald is naar 6,5 procent. Wie pakweg 10.000 euro leent op drie jaar, betaalt nu maandelijks 305 euro, tegenover 330 euro voor de crisis. De lage rente geeft zo ruimte om meer geld te lenen of om meer te consumeren. Dat is wat economen het inkomenseffect van de lage rente noemen.

Karel (32) en Julie (33) hebben een vaste baan als leraar en bediende. Vorig jaar kochten ze hun eerste huis. De lening neemt het grootste hap uit hun inkomen. Van sparen is dan ook geen sprake.

Dankzij het stimulusbeleid van de voorbije jaren is een woninglening een pak goedkoper. Sinds de financiële crisis uitbrak, is de rente op een gemiddeld hypothecair krediet gedaald van 5,3 naar 2,1 procent. Nog belangrijker is de reële kostprijs, dus na verrekening van de inflatie. Die bedroeg de afgelopen jaren gemiddeld 1,8 procent. In het decennium voor de crisis was dat nog 3,8 procent. Wie pakweg 200.000 euro leent, bespaart zo dus 4000 euro uit.

Ondanks die stevige rentemeevaller zijn de aflossingslasten voor de doorsnee-Belg toch gestegen, omdat hij meer leent. De schuldenlast van de Belgische gezinnen is in tien jaar met de helft toegenomen, bijna uitsluitend door de toename van de hypothecaire schuld (zie grafiek De schuldenlast van Belgische gezinnen).

Winnaars en verliezers van de lage rente
© NBB

De groeiende schuldenberg heeft vooralsnog niet tot een stijging van het aantal wanbetalingen geleid. Dat percentage blijft stabiel op een laag peil van zo’n 1 procent. Volgens de Nationale Bank komt dat ten eerste doordat de aflossing van de hypotheek voorrang krijgt, zelfs al kampen mensen met financiële moeilijkheden. Ten tweede zijn de banken op hun hoede en beperken ze de risico’s. Toch is de Nationale Bank er niet geheel gerust in. Daarom scherpte ze onlangs de voorwaarden voor een woonlening aan.

Jelle (37) en Lesley (36) kochten tien jaar geleden een woning, die meteen groot genoeg was voor drie kinderen. Dankzij de herziening van hun hypotheek slagen ze er nu alle maanden in een klein bedrag te sparen.

Sparen brengt vandaag niets op. De rente op een gereglementeerd spaarboekje is gedaald tot het wettelijke minimum van 0,11 procent. En na de verrekening van de inflatie is het rendement zelfs negatief. De spaarder verliest zo koopkracht. Op een spaarboekje van bijvoorbeeld 10.000 euro, krijgt u na een jaar 11 euro intrest. Maar omdat het leven in diezelfde periode 1,5 procent duurder is geworden, is dat spaarpotje, intrest incluis, maar 9860 euro meer waard. De Nationale Bank berekende dat het geld op de Belgische spaarboekjes – vandaag nog altijd dik 250 miljard euro – sinds de crisis gemiddeld een procent per jaar minder waard geworden is. In de periode voor de crisis bedroeg de reële rente nog gemiddeld 0,7 procent.

Dan zijn huiseigenaars beter af. Zo is de waarde van een woning sinds de crisis gemiddeld met bijna een kwart gestegen. En terwijl de wet een bodem legt onder de spaarrente, is de hypotheekrente blijven dalen. Volgens de NBB bedroeg de kloof tussen wat de mensen verdienen op hun spaargeld en wat ze betalen voor hun woninglening in het verleden doorgaans 3 procentpunt. Nu is dan maar 2 procentpunt meer. Veel Belgen lieten die kans niet onbenut, getuige de paar honderdduizenden herfinancieringen van hypotheken.

Voor een grote groep mensen is het zo moeilijk uit te maken of ze winnaar dan wel verliezer zijn van de lage rente. Enerzijds brengt hun spaargeld niets op, anderzijds betalen ze minder rente op hun schulden. Volgens de Nationale Bank helt de balans doorgaans over naar de positieve kant, omdat voor de meeste mensen “de lagere rentelasten de daling van de vergoeding voor hun spaarmiddelen ruimschoots compenseerden”.

Brecht (45) heeft een eigen zaak en Sam (43) is een consultant. Samen hadden ze een aardig spaarcentje opgebouwd, maar dat dikte de jongste jaren nauwelijks nog aan. Ze hebben dan maar een optrekje buiten de stad gekocht en belegd in een paar fondsen.

De cijfers van de Nationale Bank laten duidelijk zien wat de lage rente doet met het inkomen uit vermogen. In 1995 verdienden Belgische spaarders nog 10 miljard meer intrest op hun vermogen dan dat ze rente betaalden op hun schulden. Sinds 2012 is de uitkomst van die som negatief. En vandaag betalen Belgische gezinnen 7 miljard meer rentelasten dan ze intrestinkomsten krijgt (zie grafiek De duik in renteopbrengsten)

Sparen of beleggen in veilige, vastrentende producten, zoals staatspapier, bracht de jongste jaren niets op. Het gevolg is dat beleggers elders rendement zijn gaan zoeken. Volgens de Nationale Bank stroomde driekwart van de nieuwe financiële beleggingen naar gemiddeld of sterk risicovolle activa, veelal fondsen en in mindere mate aandelen. De zogenaamde search for yield zorgde daarnaast ook voor een rush op vastgoed. Bijna een vijfde van de gezinnen bezit nu vastgoed naast de eigen woning.

Winnaars en verliezers van de lage rente
© NBB

Wat die investeringen opbrengen aan huurgelden en dividenden volstaat niet om de daling van de rente-inkomsten te compenseren. Het gevolg is dat Belgische gezinnen hun financiële inkomsten sinds de crisis stelselmatig zien teruglopen. Dat vertaalt zich in een vrij spectaculaire daling van de spaarquote, het deel van het beschikbare inkomen dat niet uitgegeven wordt. De Belg is dus niet meer gaan uitgeven, hij verdient gewoon minder aan zijn vermogen. En net die inkomsten worden traditioneel opzijgezet als spaarpotje voor later.

Jan (53) is ondernemen, zijn vrouw Sara (49) advocate. Ze wonen in een groot herenhuis in het centrum van de stad. Ze bezitten ook twee panden met studentenkamers. Ze geloven in ondernemerschap en beleggen daarom in individuele aandelen. Ze steunen ook kunstenaars door hun werken op te kopen. In zijn vrije tijd heeft Jan een vooroorlogse Cadillac opgeknapt, Sara legt zich toe op een verzameling wijn en sigaren.

De voornoemde search for yield heeft de prijzen voor heel wat activa de hoogte in gejaagd. Volgens de Nationale Bank zijn obligaties van Belgische bedrijven tussen 2009 en begin dit jaar 29 procent duurder geworden. De vastgoedprijzen zijn met bijna een kwart toegenomen, en Belgische aandelen (Belgian all shares-index) zijn met dividenden inbegrepen zelfs bijna anderhalf keer zoveel waard. Daarnaast is ook de waarde van tal van minder vanzelfsprekende ‘beleggingen’ zoals kunst, oldtimers of wijn fors toegenomen.

De lage rente lijkt met andere woorden automatisch te leiden tot een toename van de waarde van activa. Dat het vermogen van de Belg met een derde gestegen is sinds de crisis is dan ook grotendeels te danken aan dit zogenoemde waarderingseffect. De Nationale Bank stelt dat de Belgische gezinnen zo al in 2013 de klap van de crisis verteerd hadden.

Een groot deel van de bevolking heeft geprofiteerd van die evolutie. 2,5 miljoen Belgen doen aan pensioensparen, een spaarpotje dat profiteerde van de stijging op de markten. En ruim twee derde van de Belgen bezit een eigen woning, die veelal in waarde is gestegen. Ook zonder dat huis te verkopen, voelen mensen zich rijker en gaan ze meer consumeren.

Veel mensen profiteren dus, maar lang niet in dezelfde mate. Zo leert een uitgebreide rondvraag van de Nationale Bank bij de gezinnen dat bijna 90 procent van de beursgenoteerde aandelen bij de 20 procent meest vermogende huishoudens zit. Zij bezitten ook dik driekwart van het vastgoed buiten de eigen woning. De Nationale Bank besluit: “De meest gegoede huishoudens hebben het meest verloren als gevolg van de rentedaling, maar ook het meest geprofiteerd van positieve waarderingseffecten op hun portefeuille.”

Met een korrel zout

Wie de winnaars en de verliezers zijn van het lagerentebeleid, wordt doorgaans afgemeten door de rente-inkomsten op sparen en beleggen af te zetten tegenover de rente-uitgaven op schulden.

Hoewel die oefening een zinvol beeld geeft van de verdeling van de lusten en de lasten, moet die uitkomst met een stevige korrel zout genomen worden. Zo houdt die afweging geen rekening met de toename van de waarde van activa zoals aandelen of vastgoed, ook al wordt die pas gerealiseerd bij een verkoop. En er is de kwestie van wat economen de counter factual noemen, de hypothetische vraag die eigenlijk elke discussie onmogelijk maakt: hoe zou de wereld eruitzien zonder het stimulusbeleid van de afgelopen jaren.

De ECB laat alvast geen kans onbenut te beklemtonen dat het zonder haar allemaal veel erger was geweest. Tegenstanders werpen daarentegen op dat de nadelen van de lage rente beginnen te wegen. Zo houdt de lage rente bijvoorbeeld verlieslatende bedrijven in leven en wordt het proces van creatieve destructie verhinderd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content