Aantal gezinnen dat van energieleverancier wisselt over de piek

. © GET

Het aantal gezinnen dat van energieleverancier wisselt neemt na het recordjaar 2016 opnieuw af. Maar het aantal switches blijft wel op een hoog niveau en een overstap blijft lonen. Dat meldt de Vlaamse energieregulator VREG, die dinsdag de jaarlijkse Marktmonitor voorstelde.

‘Het ziet er naar uit dat we dit jaar niet op het recordniveau van vorig jaar gaan eindigen, maar wel op een hoog niveau’, vat Dirk Van Evercooren van de VREG samen.

Dit jaar registreerde de regulator in de periode tot en met september reeds 509.840 wissels voor een elektriciteitscontract bij de gezinnen en bedrijven. Na een extrapolatie zou dit aantal uitkomen rond de 600.000 voor heel 2017, waar het in 2016 om 674.643 wissels ging. Het aantal zou wel hoger zijn dan alle voorgaande jaren. Zo ging het in 2015 bijvoorbeeld om 513.525 wissels.

Idem voor aardgas. Tot september zijn er 358.295 wissels en voor heel 2017 zou het uitkomen op 430.000. In 2016 waren er 475.025 wissels.

Het bedrag dat een gezin kan besparen door een leverancierswissel, blijft wel interessant. Gemiddeld kon een gezin in juli, net als een jaar eerder, 93 euro besparen door te kiezen voor het goedkoopste contract elektriciteit. Voor aardgas is er een gemiddelde besparing mogelijk van 180 euro. Dat is 26 euro meer dan 12 maanden eerder. Maar voor elektriciteit zegt een op de vijf niet te willen overstappen, ongeacht het bedrag dat ze kunnen besparen.

Voorts gaf, net als vorig jaar, 59 procent van de gezinnen aan dat ze sinds de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt al overgestapt zijn. Zij stapten gemiddeld al 2,2 keer over. De groep die van leverancier switcht blijft zo stabiel, maar de groep wordt wel actiever.

Volgens de regulator blijft er nog altijd nood aan correcte informatie over de energiemarkt. Zo heeft nog altijd 28 procent niet het gevoel een bewuste keuze te maken. ‘Deze gezinnen nemen dus niet actief deel aan de energiemarkt’, zegt de VREG. Tweeënzeventig procent voelt zich voldoende geïnformeerd, terwijl dit in 2013 nog 82 procent was.

‘Verontrustend’ is dat een op de vijf geen informatie opzoekt over de energiemarkt; in 2014 was dit maar 9 procent. En 22 procent van de gezinnen keek de laatste energiefactuur niet na. Bovendien denkt een op de vier dat er nog steeds een verbrekingsvergoeding is of twijfelt ze hierover.

Voorts blijft de prijs de belangrijkste drijfveer voor een overstap (84%). Het leveren van groene stroom is ook belangrijk (33%). 58 procent van de gezinnen heeft interesse om groene stroom te kopen indien die in België geproduceerd is. Achtentachtig procent van de gezinnen is tevreden over zijn energieleverancier.

Tot slot bekeek de VREG voor het eerst ook de variabele prijzen die de eigen V-test voorspelde (in juli 2016), met de effectieve prijzen in het jaar nadien. Voor variabele contracten betaalde een gezin bijna 30 euro meer voor elektriciteit dan verwacht en meer dan 3 euro meer voor aardgas – dit is sterk afhankelijk welke methode de leverancier hanteert voor de evolutie van zijn prijzen.

Van Evercooren wijst erop dat dit niets zegt over de toekomstige ontwikkelingen. ‘Een variabel contract blijft wel zinvol als je bereid bent het risico te nemen om de markt te volgen.’ Maar wanneer de markt stijgende prijzen kent zoals nu het geval is, zal de werkelijke prijs hoger liggen dan de schatting.

Partner Content