Beleggen in voetbalclubs: winnen is niet hetzelfde als winst maken

© Belga Image
Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

De winsten van het Europese voetbal groeien zoals nooit tevoren. Bovendien worden de clubs almaar professioneler gerund. Biedt dat kansen voor beleggers die zich willen wagen aan beursgenoteerd voetbal?

Tussen 2017 en 2018 is de gemiddelde winst voor belastingen van de Europese voetbalclubs liefst 17 keer hoger gegaan, blijkt uit de KPMG Football Benchmark. De Europese voetbalsector heeft het de afgelopen jaren beter gedaan dan de Europese beurzen. De ondernemingswaarde van de 32 grootste Europese clubs is in drie jaar met meer dan 20 procent gestegen. In dezelfde periode is de Stoxx Europe 50 slechts 5 procent hoger gegaan. In totaal zijn die 32 clubs meer dan 30 miljard euro waard, volgens KPMG.

‘Om te winnen trekken clubs betere spelers aan, waardoor hun schulden stijgen.’

Daar wil menig belegger wel een graantje van meepikken. Dat kan, alleen boezemt het verleden van de beursgenoteerde voetbalclubs weinig vertrouwen in. En lang niet alle clubs van de top 32 noteren op de beurs. De Stoxx Europe Football-index bestaat uit 22 clubs, waarvan slechts tien terug te vinden zijn in de top 32 van de Football Benchmark van KPMG. Bijkomend zijn de beursgenoteerde clubs lang niet altijd de grootste. Behalve Manchester United, Juventus en Borussia Dortmund vallen ze allemaal buiten de top twintig.

Gouden kalf

In de jaren negentig kwam de grootste beursnoteringsgolf van voetbalclubs op gang. “De beurs was toen het gouden kalf voor veel clubs”, weet Trudo Dejonghe, sporteconoom aan de KU Leuven. “Na het Bosman-arrest kregen de spelers meer macht en stegen hun lonen.” Bovendien moesten veel clubs hun stadions moderniseren. “Ze hadden geld nodig”, vat Dejonghe het samen. Ondertussen is de helft van die clubs al van de beurs gehaald.

“De grote paradox van het beursgenoteerde voetbal is dat de beurs om winst draait, en voetballen om winnen”, merkt Dejonghe op. “Die twee komen niet altijd overeen. Om te winnen trekken clubs betere spelers aan, waardoor hun schulden stijgen.” Indertijd waren de operationele inkomsten van veel clubs kleiner dan hun operationele kosten. “Het waren typische emotieaandelen”, zegt Dejonghe.

De prestatie van de Stoxx Europe Football-index boezemt weinig vertrouwen in. Die is in 1992 gelanceerd op 100 en staat nu op 112. Niet de beste beursprestatie dus. Op zijn piek in 1997 stond de index op 507.

Financial fair play

Die beurspresaties zijn geen goede graadmeter voor hoe het er nu aan toe gaat, beweert Andrea Sartori, die de KPMG Football Benchmark leidt. Volgens hem hebben twee zaken de financiële gezondheid van het Europese voetbal een boost gegeven. “Het management van de clubs is de jongste jaren sterk geprofessionaliseerd”, zegt hij. Dat is ook Trudo Dejonghe niet ontgaan. “De kmo-mentaliteit en de Balthasar Boma-voorzitters zijn er aan het uitgaan. Grote clubs worden op een professionele leest geschoeid”, zegt hij. “Bij Anderlecht is dat nog maar onlangs het geval, sinds de komst van Marc Coucke.”

‘De Financial Fair Play-regels van de UEFA hebben de clubs financiële discipline bijgebracht.’

Een tweede belangrijke factor is de UEFA-regelgeving. “De Financial Fair Play-regels van de UEFA hebben de clubs financiële discipline bijgebracht”, zegt Sartori. Om Europees voetbal te mogen spelen, moeten clubs aantonen dat ze financieel gezond zijn. Een belangrijke eis is dat ze op eigen kracht break-even draaien. Die regels zijn van kracht sinds 2011.

“Die twee zaken, in combinatie met hogere uitzendrechten, hebben voor financieel duurzamere clubs gezorgd, die hun verliezen uit het verleden hebben weggewerkt”, stelt Sartori. “Dat de winstgevendheid van de 32 grootste clubs begin dit jaar 17 maal hoger lag dan een jaar voordien, zegt alles over hoe de sector aan het evolueren is.”

Voor beleggers die daar een graantje van willen meepikken, blijft het probleem de beperkte overlap tussen de clubs in de top 32 en de beursgenoteerde clubs. Wie er zich toch aan waagt, moet aan stockpicking doen. Bepaalde factoren helpen om de financiële en operationele gezondheid van een club correct in te schatten.

Sterk merk

“Voetbalclubs hebben drie operationele inkomstenstromen: uitzendrechten, stadioninkomsten en commerciële inkomsten”, legt Sartori uit. Volgens de jongste cijfers van de Deloitte Football Money League haalden clubs vorig seizoen gemiddeld 45 procent uit uitzendrechten, 38 procent uit commerciële activiteiten zoals sponsoring of merchandising, en 17 procent waren stadioninkomsten. Maar die verhouding verschilt sterk van club tot club.

“Op hun commerciële inkomsten hebben clubs het meeste vat”, zegt Andrea Sartori. “In onze waardering van clubs houden we sterk rekening met hun succes op de sociale media. Dat drukt hun merkwaarde uit”, verklaart hij. “Hoe meer erkenning op de sociale media, hoe sterker het merk. Daarbij kijken we naar het aantal volgers en hoe actief die zijn.”

De top 32 heeft bijna 1,2 miljard volgers op Facebook, Twitter en Instagram. Van de beursgenoteerde clubs doet Manchester United het het beste met 115 miljoen volgers, gevolgd door Juventus met 49 miljoen, Galatasaray met 26 miljoen en Borussia Dortmund met 24 miljoen.

Eigen stadion

Een andere inkomensstroom is het stadion. Het is belangrijk of dat eigendom van de club is of niet. “Een eigen stadion versterkt de balans een geeft meer controle over de inkomsten. Zeker als het een modern stadion is dat voldoet aan de verwachtingen van de hedendaagse voetbalfans”, legt Sartori uit. Clubs die spelen in oudere gemeentestadions, zoals AS Roma en Lazio Roma, genereren minder inkomsten dan clubs met een eigen modern stadion, zoals Manchester United, Borussia Dortmund en Olympique Lyonnais.

‘Sommige clubs zoals het Portugese Benfica leven van de handel in spelers en de ontwikkeling van eigen talent.’

Behalve het stadion zijn de spelers een belangrijk onderdeel op de balans. “Die staan als een soort immaterieel actief in de boeken”, legt Sartori uit. “Als een club een speler voor 20 miljoen euro koopt met een contract van vijf jaar, schrijft ze die voor 4 miljoen euro per jaar af.” Aan het einde van die periode staat hij dan tegen 0 euro op de balans. “Maar die speler heeft dan nog wel een marktwaarde, afhankelijk van zijn leeftijd of zijn prestaties”, stelt Sartori. Hetzelfde geldt voor spelers die uit de eigen jeugdwerking komen. Waardebeleggers die op zoek zijn naar ondergewaardeerde clubs doen er dus goed aan na te gaan welke veel spelers tegen 0 euro op de balans hebben staan.

De handel in spelers is een andere belangrijke inkomstenstroom, maar geen operationele. “Sommige clubs zoals het Portugese Benfica leven van de handel in spelers en de ontwikkeling van eigen talent”, aldus Sartori.

Veruit de grootste inkomstenbron zijn uitzendrechten, maar daar hebben de clubs weinig vat op. “De Engelse clubs hebben hun inkomsten sterk zien stijgen, omdat de uitzendrechten voor astronomische prijzen zijn verkocht”, stelt Sartori. Die rechten worden om de drie jaar geveild door de voetballiga’s in de verschillende landen. “Die inkomsten worden volgens een verdeelsleutel over de clubs verdeeld”, legt Trudo Dejonghe uit. “Die verschilt echter sterk van land tot land.”

Football Leaks

Daarnaast is de verhouding van de personeelskosten tegenover de totale omzet een belangrijke graadmeter. “Die is een van de fundamenten van de waarde van een club en zegt veel over de operationele gezondheid”, aldus de KPMG-analist. “Veel clubs halen een ratio van onder 55. Dat was vijf tot tien jaar geleden nog ondenkbaar. Toen zaten de meeste aan 70 tot 90 procent personeelskosten tegenover hun omzet.”

‘Met alles wat de Football Leaks bovenbrengen, dreigen de huidige financieringsstromen van sommige clubs op te drogen.’

Dat is eveneens een teken van de veranderende tijdsgeest in het clubmanagement, volgens Sartori. Hij sluit niet uit dat er in de toekomst meer clubs hun heil zoeken op de beurs. “Veel clubs zijn media- en entertainmentbedrijven geworden, met stabiele kasstromen en een goede winstgevendheid”, stelt hij. “De uitzendinkomsten spelen daar een grote rol in. Los daarvan is er meer professionalisme in het management, en de Financial Fair Play-regels van UEFA zijn een goed kader. Als ik zou wedden op meer of minder beursnoteringen van clubs in de toekomst, dan zou ik durven in te zetten op meer.”

Ook Trudo Dejonghe sluit nieuwe beursnoteringen niet uit, maar wel om een andere reden. “Met alles wat de Football Leaks bovenbrengen, dreigen de huidige financieringsstromen van sommige clubs op te drogen. Als het zover is, zullen ze op zoek moeten gaan naar andere inkomsten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content