Slabakkende beurzen zijn goed nieuws voor de obligatiebeleggers

. © MarianVejcik (iStock)
Guy Legrand Freelance journalist

De rendementen van sommige Europese bedrijfsobligaties zijn aan het einde van 2018 verdubbeld. Het fenomeen ging onopgemerkt voorbij omdat de val van de beurzen de aandacht van beleggers opeiste.

Het ziet ernaar uit dat de economische groei wat minder dynamisch is. De eerste slachtoffers van die slabakkende groei zullen de bedrijven zijn die zwakker staan en dus wegens het hogere risico op wanbetalingen veel rente moeten betalen op leningen. Het gaat om het high-yieldsegment van de obligatiemarkt, in de volksmond beter bekend als rommelobligaties.

“De winstgevendheid van sommige bedrijven komt onder druk en dat maakt ook de aflossing van hun schulden moeilijker. Wij geven een voorkeur aan bedrijven die op zijn minst een BB+ als kredietrating hebben”, zegt Alex Goldwasser, de zaakvoerder van het beurshuis Goldwasser Exchange. BB+ is de rating die de kredietbeoordelaars Fitch en Standard & Poors (S&P) geven aan bedrijven die ze net niet goed genoeg vinden. Bij de kredietbeoordelaar Moody’s heet het bovenste trapje van de ladder die afdaalt in het hoogrentende segment Ba1. Alles boven BB+ of Ba1 is kwaliteit.

Er zijn bedrijven die de rente op hun obligaties zien flirten met de drempel van 10 procent. “Als ik zulke hoge rentevoeten zie, dan denk ik niet dat die bedrijven zich nog kunnen herfinancieren op de obligatiemarkten wanneer hun obligaties aflopen. Dat maakt hun financiële situatie veel minder comfortabel. Dan gedragen wij ons liever als een goede huisvader en blijven we daarvan weg”, zegt Goldwasser.

14 procent rendement

Vooral in november zijn de koersen van bedrijfsobligaties hard onderuit gegaan. Neem bijvoorbeeld de Franse groep Vallourec, die gespecialiseerd is in buizen zonder lasnaad voor de oliesector. Eind oktober noteerden de obligaties met vervaldag in september 2024 en een coupon van 2,25 procent nog op 80 procent van hun nominale waarde. In november verlaagde S&P de rating naar B-, nadat Vallourec teleurstellende kwartaalcijfers bekendgemaakt had. Vandaag zijn de obligaties te koop tegen minder dan 60 procent van hun waarde bij uitgifte, een weerspiegeling van de toegenomen kans op wanbetalingen. Het rendement van de obligatie verdubbelde van 6 naar meer dan 12 procent. Hoe goedkoper een belegger de obligatie kan kopen op de markt, hoe meer rendement de jaarlijkse, vaste coupon oplevert. De koersen van andere obligaties van Vallourec waren eenzelfde lot beschoren.

Er zijn eindelijk weer kwalitatieve Europese bedrijfsobligaties met deftige rendementen.

Een ander slachtoffer op de obligatiemarkt was de Belgische onderneming Sarens, gespecialiseerd in gigantische kranen en technische transporten. De obligatie van Sarens met vervaldag in februari 2022 en een jaarlijkse intrest van 5,125 procent tuimelde in november naar beneden, nadat het bedrijf slechte resultaten had neergezet in het derde kwartaal. S&P verlaagde de rating van BB- naar B+ wegens “een zwakkere operationele prestatie in 2018 dan verwacht”. De obligatiekoers zakte onder 85 procent, en brengt bij aankoop vandaag en zonder accidenten meer dan 11 procent op.

Een beetje vergoeding

Tot nu toe hebben we het over de euro gehad, maar hoe zit het met bedrijfsobligaties in dollar? Beleggers zoeken het rendement vaak in Amerikaanse dollar. De rente op tienjarige Amerikaanse staatsobligaties steeg in september boven 3 procent, maar zakte de voorbije maanden fors terug. Vandaag brengen Amerikaanse treasuries nog 2,6 procent op. Dat is wel nog altijd een pak meer dan veilige staatsobligaties uit de eurozone.

Slabakkende beurzen zijn goed nieuws voor de obligatiebeleggers

“De emittenten van obligaties van hoge kwaliteit, zoals BMW of Nestlé, bieden rendementen van om en bij 4 procent in dollar voor korte looptijden, zoals drie jaar. American Express belooft zelfs 5 procent”, zegt Alex Goldwasser. Alles op dollar inzetten is een slecht idee, maar in een gediversifieerde portefeuille horen ook obligaties uit de Verenigde Staten en zelfs uit de groeilanden thuis. Door de stabilisatie van de Amerikaanse dollar is de vrees voor een exodus uit de groeilanden die in 2018 weer lange tijd regeerde, wat weggeëbd.

Goldwasser schuift Brazilië naar voren. “Sinds de verkiezing van Jair Messias Bolsonaro als president zijn de markten het land en de munt gunstiger gezind. De rendementen op de korte looptijden voor Braziliaanse obligaties liggen in de ordegrootte van 7 procent, voor papier met een excellente rating. Als je denkt dat de Turkse lira zal stabiliseren, kan je ook een gokje wagen. Er hangen rendementen van 20 procent in lira aan vast.” Het risico bestaat natuurlijk altijd dat die munten tijdens de looptijd van de obligaties minder waard worden in euro, zodat de rendementen in euro uitgehold of zelfs negatief worden.

De emittent of de munt

Om de risico’s te temperen, kunnen beleggers kiezen voor obligaties uitgegeven door supranationale instanties, zoals de Europese Investeringsbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling of de Wereldbank, die regelmatig obligaties in andere munten uitgeven. Beleggers kunnen ook voor blootstelling aan een land als Turkije kiezen, maar dan zonder het wisselkoersrisico te nemen. Met een Turkse obligatie in dollar elimineren beleggers het risico dat de Turkse lira’s op vervaldag niets meer waard zijn in euro. Dat is meer speculatief terrein en de voorzichtige beleggers moeten vooral onthouden dat er eindelijk weer kwalitatieve Europese bedrijfsobligaties zijn met deftige rendementen.

Aandacht voor nettorendement

Beleggers moeten een roerende voorheffing van 30 procent afdragen op de coupon betaald op de obligaties. De fiscus maalt dus niet om het werkelijke jaarlijkse rendement dat de belegger opstrijkt. Een deel van het rendement kan bestaan uit het verschil tussen de aankoopprijs van de obligaties en de terugbetaling op vervaldag. De terugbetaling gebeurt in principe tegen 100 procent van de nominale waarde. De waarde op de secundaire markt kan bijvoorbeeld schommelen naar 85 of 120 procent van de nominale waarde bij uitgifte. In het eerste geval zal de belegger 15 procent kapitaal winnen en in het tweede geval zal hij 20 procent kapitaal verliezen bij een terugbetaling tegen 100 procent nominale waarde. Die meerwaarde – of minwaarde – is vrij van belastingen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content